woensdag 18 mei 2016

10 dingen die iets minder prettig zijn in Zweden



Gisteren schreef ik lovende woorden over Zweden en ik beloofde toen dat ik vandaag het tegenovergestelde zou gaan doen. Nu heb ik het hier erg naar mijn zin en het is natuurlijk niet leuk om heel negatief te zijn. Toch bestaat de perfecte plek op aarde niet en ook hier kun je vervelende dingen meemaken. Desalniettemin vraag ik u om dit lijstje, net als het vorige trouwens, vooral met een korreltje zout te nemen. Zoals gezegd is het uitdrukkelijk niet mijn bedoeling om Zweden de grond in te boren, maar tegelijkertijd is ook dit land niet boven alle kritiek verheven. Daarom hier een lijstje met 10 minder prettige dingen aan Zweden:

1.      Bureaucratie: Een persoonsnummer aanvragen bij de belastingdienst is dramatisch. Men moet alles van je weten en vervolgens kunnen anderen ook nog eens erg veel informatie over je vinden op internet (dus niet alleen je telefoonnummer zoals in Nederland het geval is). Zonder persoonsnummer kun je echter niets, dus je moet er aan geloven.
2.      Zweeds feminisme: Als man wordt je hier vaak een schuldgevoel aangepraat. Wij zijn “potentiële verkrachters”, “verdienen meer geld”, “onderdrukken vrouwen”, “pikken de beste banen in”. Ook al kloppen sommige dingen (al lang) niet (meer), de helft van de bevolking is en blijft man en dat lijkt in de ogen van sommigen een probleem te zijn. En ohja, iedereen moet “feminist” zijn (zelfs die door een deel van de bevolking verachte man), want als je jezelf niet feminist noemt, dan ben je ook niet voor gelijke rechten voor iedereen. Apart.
3.      Politieke correctheid: Om 3 uur ’s nachts stop je als fietser ook voor het rode licht, ook als er geen verkeer is, want mensen zijn er voor de regels en niet andersom. Verder moet je in Zweden ook bepaalde opvattingen hebben, zoals: alle Palestijnen zijn altijd lief. Andere zaken mag je daarentegen juist niet vinden: een gedachte als “de grote hoeveelheid immigranten zorgt voor politieke uitdagingen”, wordt beschouwd als racisme.
4.      Naïviteit: Abortus, democratie, euthanasie, feminisme, het homohuwelijk, sociale zekerheid en de daarmee gepaard gaande hoge belastingen zijn zaken dat elk land ter wereld moet hebben, want Zweden bewijst dat. Sterker nog, eigenlijk wil elk land zoals Zweden zijn. Niet elk land snapt dat al. Komt nog wel. Hier is het woord “perfect” opnieuw uitgevonden.
5.      Duisternis: Wekenlang alleen maar in een schemering leven. Het wachten op de zon die doorbreekt, maar daarentegen hem om 3 uur ’s middags al onder zien gaan. De winters zijn pittig hier.
6.      Conflictvermijders: Ruzie is vervelend, conflicten moeten opgelost worden en je moet voorkomen dat je iemand op zijn teentjes trapt. Maar waarom kunnen jullie Zweden niet gewoon eens vertellen wat jullie vinden of denken?
7.      Betutteling: Een staatsslijterij, een overheid die bepaalt wat goed voor je is en alle problemen in de samenleving oplost en een bevolking die deze overheid ook nog eens blind vertrouwd. Ik snap soms niet hoe dat te rijmen valt met het individualisme hier.
8.      Doorgeschoten gelijkheidsdenken: Als je met een groep gaat eten en één iemand is vegetarisch, veganistisch, glutenintolerant, lactose-intolerant, denkt dat brood ongezond is, of wat dan ook... dan past iedereen zijn of haar dieet aan ten behoeve van die ene persoon. Want iemand kwetsen kan natuurlijk niet.
En de kers op de lactosevrije taart: het geslachtsneutrale woord “hen”, want uiteraard is er een heel groot gedeelte van de bevolking dat zich noch man noch vrouw voelt. De woorden “hij” en “zij” schieten tekort en zijn achterhaald in het ultramoderne Zweden. We zijn toch allemaal gewoon “mens”?
9.      Kosten: alles is van goede kwaliteit en alles is duur. Onderwijs, zorg en bepaalde musea zijn gratis, maar daar wordt dan wel weer veel belasting voor betaald.
10.  Individualisme: Je loopt van je studentenkamer naar de keuken. Je ziet een jongen die bij je op de gang woont. Hij heeft oordopjes in. Hij kookt. Hij schept zijn eten op. Hij eet. Hij doet de afwas (overigens vaak ook niet). Hij loopt terug naar zijn kamer. Hij doet de deur op slot. Had hij last van zijn keel en kon hij daarom geen “hej” zeggen? Heeft hij mij überhaupt gezien?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten