zondag 25 januari 2015

Dode vikingen


Vanmiddag ben ik naar het naar mijn idee mooiste plekje van de omgeving gefietst. Het gaat om het dorpje Gamla Uppsala, wat in het Nederlands ‘Oud Uppsala’ betekent. Gamla Uppsala ligt op een kleine vijf kilometer ten noorden van het centrum van de stad Uppsala waar ik studeer. Op een enkel groot gebouw na is er echter niets meer van deze stad te zien in het dorpje. Als jongen van het platteland vind ik het heerlijk om na een klein fietstochtje in een zee van rust terecht te komen. Bovendien hadden we vandaag ook nog eens het best mogelijk denkbare weer: volop winter en sneeuw, veel zonlicht, weinig wind en niet al te koud. Fantastisch.
Scandinavië op zijn mooist.
Het dorpje Gamla Uppsala is één van de historisch belangrijkste plaatsen van Zweden. Dat heeft onder andere te maken met de Kungshögarna ‘de koningsheuvels’ die daar te vinden zijn. Drie metershoge heuvels die zo’n 1500 jaar geleden gebouwd zijn om de oude Vikingkoningen te begraven. Voor de Vikingen was Gamla Uppsala, wat toen nog ‘gewoon’ Uppsala heette, het religieuze en politieke bolwerk van Scandinavië. Later is de stad Uppsala verplaatst naar zijn huidige locatie.
Drie 1500 jaar oude grafheuvels.
De vikingen zouden in het oude Uppsala een grote tempel hebben gehad waar grote beelden van Thor, Odin en Frija stonden (u weet wel, diezelfde goden naar wie de dagen woensdag/woansdei, donderdag/tongersdei en vrijdag/freed zijn vernoemd). Tijdens grote feesten werden in die betreffende tempel zowel dierenoffers als mensenoffers gebracht om de goden te behagen. De lichamen werden buiten aan een boom gehangen. Op een bepaald moment zou men daar wel 72 lijken hebben kunnen tellen.

Tegenwoordig is er een kerk verscholen achter de grafheuvels.














De besneeuwde grafheuvels en winterse luchten leverden vandaag mooie plaatjes op. Toen ik hier een aantal foto’s van probeerde te maken voor mijn blog, sprak een ouder echtpaar mij aan. Ik beschreef hoe mooi ik de heuvels vond door de zon die op het sneeuw scheen, maar de vrouw vertelde mij dat ze al ontzettend lang in Gamla Uppsala woonde en dat ze de heuvels inmiddels saai begon te vinden. Overigens had ze wel begrip voor het feit dat ik als Nederlander zo ongeveer elke heuvel mooi vond. Een stukje verderop begon ik een banaan te eten en ik bedacht me hoe Zweden in duizend jaar tijd ontzettend veranderd was.
Zon en sneeuw tegen het vitamine D-tekort.
Ik at een vrucht die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nota bene nooit door een viking is gezien. Zelfs Leif Erikson (970-1020), de ontdekker van het continent dat we nu Amerika noemen, heeft denk ik nooit een banaan aanschouwd. Deze ontdekkingsreiziger wordt overigens amper in de geschiedenisboekjes genoemd omdat hij ondergesneeuwd is geraakt door de vijfhonderd jaar jongere Columbus. “Ook al ondergesneeuwd, net als die koningen”, dacht ik bij mezelf. Verder is er van de Vikingtraditie, op souvenirwinkels, musea en voetbalwedstrijden na, ook weinig overgebleven. Zelf hier in het oude Uppsala, op de plek waar vroeger mogelijk de heidense vikingtempel heeft gestaan, staat nu een eeuwenoude kerk. Gebouwd in de twaalfde eeuw na Christus, toen Zweden een christelijk land werd. 
 
Vandaag heb ik in de bomen nergens hangende lijken kunnen ontwaren.

Maar goed ook dacht ik, de huidig gelovigen hoeven hun leven daar in ieder geval niet meer te vrezen. In plaats van razernij, ruigheid en rampspoed was er vandaag  juist licht, lucht en liefde waar te nemen. Op deze heerlijke zondagmiddag zag ik vaders achter kinderwagens lopen en kinderen de grafheuvels af sleeën. Denkbeeldig zag ik de woeste oude koningen onder hen zich omdraaien.

Ik beklom ook één van de heuvels...

...maar bedacht te laat dat dit niet echt handig was zonder slee.

dinsdag 20 januari 2015

Blue Monday...

Vandaag probeer ik een eerlijke en openhartige blog over mijzelf te schrijven. Niet omdat ik zo graag over mijzelf schrijf, maar vooral omdat ik het zélf belangrijk vind om onder ogen te komen dat ik een raspessimist ben. Van vrienden en collega’s heb ik dit al vaker te horen gekregen, maar ik ontkende dit altijd door te zeggen dat ik een realist was. De waarheid is echter dat het de pessimisten zijn die zichzelf realisten noemen. Ik ben namelijk een persoon die, tot grote ergernis van bepaalde gesprekspartners van mij, altijd vragen begint met de woorden “Ja, maar...”, een persoon die altijd de onmogelijkheden ziet in plaats van de mogelijkheden en een persoon bij wie het clichématige glas altijd halfleeg is in plaats van halfvol.

In dit gebouw heb ik mijn nieuwe studentenkamer.
In enkele gevallen kan het voordelen hebben om kritisch te zijn. Zowel tijdens mijn studies als bij mijn werk als journalist werd/word ook van mij verlangd om scherpzinnig te zijn. Voor mijzelf kan deze modus echter nogal eens nadelig uitpakken. Gisteren had ik ook zo’n minder fijne dag. Afgelopen weekend ben ik verhuisd naar een nieuwe studentenkamer en die ruimte heeft een oppervlakte van slechts 12 vierkante meter. Opgesloten in mijn kleine gevangenis focusseerden mijn gedachten zich gisteravond op hoe alles beter had kunnen zijn in mijn leven. Veeleisend dacht ik aan de te hoge huur die ik betaalde voor een kamer met veel te traag internet en veel te weinig ruimte. Ik ergerde me aan de keuken hier, die lang niet zo schoon is als die naar mijn idee zou moeten zijn. En ik vond de studenten die ik hier heb lang niet zo leuk als de buren die ik eerder in Flogsta had.

Mijn naam op één van de ruim 50 brievenbussen.
Vroeger was dit complex een hostel.




















Daarnaast baalde ik van mezelf, omdat ik een week geleden zo slordig geweest om mijn fotocamera ergens in de sneeuw te verliezen, terwijl ik al genoeg geld kwijt was aan nieuwe meubels omdat ik voor de zoveelste keer in mijn leven een verhuizing doormaakte. Ik zag het dus eigenlijk niet zitten om een nieuwe te kopen. Tot overmaat van ramp brak gisteravond vanwege de kou ook nog eens het sleuteltje van mijn kettingslot af in het slot zelf, zodat ik die nu ook niet meer kan gebruiken. En dat terwijl ik erg zuinig ben op mijn fiets want die is van Nederlandse kwaliteit (i.p.v. "studentenkwaliteit").

Mijn kamer, voordat ik verhuisde.
Toen ik vanmorgen wakker werd was ik nog steeds vervuld met de gedachte hoe onrechtvaardig alles in mijn leven verliep en  opeens besefte ik hoe Donald Duck zich vrijwel iedere dag moest voelen. Ik fietste naar school en begon mijn college, die overigens zonder problemen verliep. Na afloop van het college liep ik naar buiten en ik was enigszins opgelucht vanwege het feit dat mijn fiets nog niet gestolen was. En hoewel ik de hoop al opgegeven had om mijn fotocamera ooit terug te vinden fietste ik tegen beter weten in toch maar naar het politiebureau om te vragen of er bij hen ook wat was binnengekomen. 
Op deze moskee kijk ik uit, u weet wel, diezelfde die op nieuwjaarsdag in het nieuws kwam:
http://nos.nl/artikel/2011379-weer-brandbom-bij-zweedse-moskee.html
EN DAT WAS HET GEVAL! Drieduizend foto’s in één klap terug! Wat ik voor onmogelijk had gehouden, bleek toch mogelijk te zijn: er bestaan eerlijke mensen die gevonden camera’s gewoon terugbrengen. Ik fietste terug naar huis (overigens was ik nu niet echt verbaasd dat mijn fiets er nog stond, voor een politiebureau worden immers niet zoveel fietsen gestolen) en bedacht dat ik net zo goed een kamer had kunnen hebben bij iemand anders in huis. Daarna bedacht ik dat het sleuteltje van mijn kettingslot ook had kunnen afbreken terwijl mijn fiets op slot stond en ik mocht mijn handjes dus dichtknijpen vanwege het feit dat ik mijn fiets überhaupt nog kon gebruiken. Spontaan werd ik gelukkig. En oh ja, er is ook nog een schoonmaakploeg langs geweest die de keuken weer in orde heeft gemaakt.
De schoongemaakte keuken die ik met vijftien anderen deel.

zaterdag 3 januari 2015

Best New Year’s Eve tradition: Karbidsjitte.



Momenteel breng ik een paar dagen door in een vrijwel lege flat. In Flogsta is normaal gesproken vrijwel iedere dag wel ergens een studentenfeestje. Het is hier nooit stil en je hoeft hier bijna nooit eenzaam te zijn. Nu heerst er een serene rust. Zelfs het fenomeen “De Flogsta-schreeuw”, heb ik gisteren om 22:00 uur niet eens gehoord 

Op 27 augustus heb ik al eens eerder over deze belachelijke traditie geschreven, voor de lezers die er meer van willen weten; op het altijd betrouwbare wikipedia valt er over te lezen: http://en.wikipedia.org/wiki/Flogsta.
Op youtube is er zelfs een Amerikaans instructiefilmpje te vinden, waar men het dubieuze advies geeft om juist om 22:00 uur iemand te gaan beroven omdat het dan niet op zou vallen: https://www.youtube.com/watch?v=CjmlP9vJs14.
En via Google kun je er nog veel en veel meer over vinden, zo vond ik bijvoorbeeld ook deze website: http://www.atlasobscura.com/places/the-flogsta-scream.

Kort samengevat: als zelfs de Flogstascream niet te horen is, wordt het duidelijk dat de studentenomgeving tijdelijk vrijwel onbewoond is. Zoals ik afgelopen maandag al aangaf, was ik daarom erg blij dat ik voor twee weken eventjes in Friesland kon zijn. Ik schreef al dat het enorm fijn was om familie, vrienden en collega’s op te zoeken rond de kerstdagen, maar een ander punt is dat ik kon genieten van ’s werelds mooiste traditie op oudjaarsdag. 
Melkbussen met carbid.

Het immer gezellige carbidschieten. Een mooie en nuttige bezigheid op de laatste dag van het jaar, waarbij oude melkbussen worden hergebruikt en waarbij het chemische middel CaC2 na het verdwijnen van de carbidlamp ook een nieuwe bestemming krijgt. Bovendien heb je bij dit feest geen problemen met  pijlen, vlinders en strijkers. 






Sorry, dat was echt heel flauw.Voor de mensen die nog nooit iets van het carbidschieten gezien hebben. Hier een aantal foto’s en filmpjes.

Hoewel iedereen welkom was, keken de meesten toch vanaf grote afstand.

Warmte.

Melkbussen, carbid, water en deksel stampen.


En vervolgens harde knallen en deksels die de lucht inschieten:
Af en toe een klein vlammetje.

En deksels die als kleine stipjes waarneembaar zijn aan de strakblauwe hemel.

En het Nederlandse gedoogbeleid gaat gelukkig niet alleen over drugs:
Het enige wat de handhaving in beslag nam was een bekertje chocolademelk.
De afgelopen twee weken had ik een mooie tijd in het zuiden. De komende twee weken staan in het teken van opdrachten, een tentamen en een verhuizing. Daarover later meer.