donderdag 29 september 2016

29 worden op de 29e



Vandaag (of eigenlijk inmiddels gisteren) was ik jarig. Voor mij weer eens een aanleiding om het bloggen op te pakken. Niet dat deze dag zoveel afwijkt van de andere dagen, maar... of eigenlijk toch wel! Vanmiddag maakte ik namelijk iets heel raars mee. Twee jaar geleden schreef ik dat ik een frontale botsing kreeg toen ik naar huis fietste, maar vandaag gebeurde ook wat bijzonders!

Een vriend van mij trakteerde mij op een biertje in de kroeg. Een mooi cadeau, want dat ene glaasje kostte hem toch maar mooi 10 euro. Toen we met elkaar in gesprek waren keken we naar buiten en zagen we iets opmerkelijks. Een man rende over een plein en stopte op een eilandje midden op de weg waar bussen omheen rijden. Hij trok zijn kleren uit, ging poedelnaakt op de grond liggen en krulde zijn benen op zodat zijn knieën zijn buik raakten. Omstanders maakten foto’s/filmpjes, kwamen naar hem toe, praatten met hem, bedekten hem met jassen en tien minuten later werd hij opgepikt door een ambulance. Eigenlijk heb ik geen idee waarom dit gebeurde, maar het was toch zo’n moment dat mijn dag anders dan anders maakte. De ironie is dat ik me normaal gesproken nooit afvraag waarom bepaalde dingen gebeuren, maar dat doe ik blijkbaar wel wanneer iemand iets doet wat ik normaal gesproken niet zie. Plotseling begon ik te denken dat ik misschien wel minstens even raar ben, omdat ik dacht dat hij raar was, terwijl ik datzelfde niet dacht van mijzelf of alle omstanders om hem heen. Hoe dan ook, het is zo’n handeling die er voor zorgt dat ik deze dag niet gauw vergeet en dat heeft dus helemaal niets te maken met het feit dat ik vandaag jarig was. De meeste verjaardagen vergeet ik namelijk gewoon, zoals een gezond mens betaamt.

Afgezien van dit feit week 29 september dus niet erg veel af van de andere dagen hier in Uppsala. Toch laat 29 worden mij niet geheel onberoerd en ik zal dat – net zoals in degelijke preken – in drie punten uitleggen.

Ten eerste gebeurt het maar maximaal één keer in je leven dat je even oud wordt in jaren als de dag van de maand waarop je verjaardag valt. Met andere woorden, ik werd 29 op de 29e dag van september. Ik leerde vandaag van iemand dat dit in Amerika ook wel een “golden birthday” wordt genoemd.

Ten tweede bedacht ik vandaag – totaal irrationeel natuurlijk – dat mijn leeftijd inmiddels aardig overeen begint te komen met hoe oud ik mij voel. Als sinds de tijd dat ik zo’n veertien jaar oud was heb ik het gevoel dat ik ouder ben dan mijn werkelijke leeftijd. Toen voelde ik me vaak zo’n dertig jaar oud (hoe voelt dat eigenlijk?), terwijl ik dat in werkelijkheid natuurlijk nog lang niet was. Eigenlijk is dit nooit echt veranderd. Ondanks het feit dat mijn ontwikkeling – al zeg ik het zelf – op de meeste fronten de afgelopen vijftien jaar echt wel is doorgegaan, heb ik vooral het idee dat ik in fysieke zin ouder geworden ben. Ergens is het fijn om zo oud te zijn als je je voelt, ook al ben ik mij er terdege van bewust dat er een kans bestaat dat het straks de andere kant omslaat en ik net zo hard ga zeiken als vele anderen. Ik hoop van ganser harte dat ik over drie jaar niet zelf ook die tenenkrommende opmerking ga maken van: “draai de getallen maar om, dat klinkt wat beter”. Maar goed, dat is van latere zorg.

Het derde punt is dat dit het laatste jaar is dat ik een twintiger ben. Dit is echt zo’n dingetje waar ik vroeger altijd mijn schouders ophaalde, zeker omdat ik er dus al jarenlang naar uitkijk om dertig te worden, maar toch begint dat nu eerlijk gezegd een klein beetje veranderen. Niet dat ik het getal 30 zo vervelend vind, maar vooral vanwege het verwachtingspatroon dat ik mezelf (of misschien de westerse samenleving) heb opgelegd. Op mijn 23e was ik klaar met mijn studie en bezig een eigen bestaan op te bouwen. Dat lijkt inmiddels alweer heel lang geleden. Veel leeftijdsgenoten om me heen trouwen (/scheiden), krijgen kinderen en nemen hypotheken. Ik heb daarentegen mijn auto verkocht, mijn baan opgezegd en besloten om op twintig vierkante meter te gaan wonen. Ik woon tegenwoordig met een tien jaar jongere student op de gang die aanzienlijk minder diep in zijn geheugen hoeft te graven om herinneringen van zijn middelbareschooltijd op te halen. Bedoel ik hier nu mee te zeggen dat ik het zoveel slechter heb dan mijn leeftijdsgenoten? Nee, zeker niet, ook al krijg ik soms wel het idee dat mijn leven er inmiddels wat anders had uit moeten zien.

Oftewel, ik heb nog een jaar de tijd om een baan te vinden, een carrière te starten te verhuizen naar een degelijk appartement en te trouwen om zo een burgerlijk bestaan op te bouwen. Totale onzin natuurlijk. Niemand heeft dit ooit tegen mij gezegd, laat staan dat ik alles zelf in de hand zou hebben. Desalniettemin schieten deze gedachten wel eens door mijn kop.

Mijn excuses voor deze irrationele en vooral sentimentele uitspatting, laten we er maar van uitgaan dat ik met deze blog alvast een voorschot probeer te nemen op het leven als dertiger. Ik beloof u, gewaardeerde lezer, dat ik de komende 365 dagen probeer normaal te doen. Daarna kijken we wel weer verder.