Vandaag (of eigenlijk inmiddels gisteren) was ik
jarig. Voor mij weer eens een aanleiding om het bloggen op te pakken. Niet dat
deze dag zoveel afwijkt van de andere dagen, maar... of eigenlijk toch wel! Vanmiddag
maakte ik namelijk iets heel raars mee. Twee jaar geleden schreef ik dat ik een
frontale botsing kreeg toen ik naar huis fietste, maar vandaag gebeurde ook wat
bijzonders!
Een vriend van mij trakteerde mij op een biertje in
de kroeg. Een mooi cadeau, want dat ene glaasje kostte hem toch maar mooi 10
euro. Toen we met elkaar in gesprek waren keken we naar buiten en zagen we iets
opmerkelijks. Een man rende over een plein en stopte op een eilandje midden op
de weg waar bussen omheen rijden. Hij trok zijn kleren uit, ging poedelnaakt op
de grond liggen en krulde zijn benen op zodat zijn knieën zijn buik raakten.
Omstanders maakten foto’s/filmpjes, kwamen naar hem toe, praatten met hem,
bedekten hem met jassen en tien minuten later werd hij opgepikt door een ambulance.
Eigenlijk heb ik geen idee waarom dit gebeurde, maar het was toch zo’n moment dat
mijn dag anders dan anders maakte. De ironie is dat ik me normaal gesproken
nooit afvraag waarom bepaalde dingen gebeuren, maar dat doe ik blijkbaar wel
wanneer iemand iets doet wat ik normaal gesproken niet zie. Plotseling begon ik
te denken dat ik misschien wel minstens even raar ben, omdat ik dacht dat hij
raar was, terwijl ik datzelfde niet dacht van mijzelf of alle omstanders om hem
heen. Hoe dan ook, het is zo’n handeling die er voor zorgt dat ik deze dag niet
gauw vergeet en dat heeft dus helemaal niets te maken met het feit dat ik
vandaag jarig was. De meeste verjaardagen vergeet ik namelijk gewoon, zoals een
gezond mens betaamt.
Afgezien van dit feit week 29 september dus niet erg
veel af van de andere dagen hier in Uppsala. Toch laat 29 worden mij niet
geheel onberoerd en ik zal dat – net zoals in degelijke preken – in drie punten
uitleggen.
Ten eerste gebeurt het maar maximaal één keer in je
leven dat je even oud wordt in jaren als de dag van de maand waarop je
verjaardag valt. Met andere woorden, ik werd 29 op de 29e dag van september.
Ik leerde vandaag van iemand dat dit in Amerika ook wel een “golden birthday”
wordt genoemd.
Ten tweede bedacht ik vandaag – totaal irrationeel
natuurlijk – dat mijn leeftijd inmiddels aardig overeen begint te komen met hoe
oud ik mij voel. Als sinds de tijd dat ik zo’n veertien jaar oud was heb ik het
gevoel dat ik ouder ben dan mijn werkelijke leeftijd. Toen voelde ik me vaak zo’n
dertig jaar oud (hoe voelt dat eigenlijk?), terwijl ik dat in werkelijkheid
natuurlijk nog lang niet was. Eigenlijk is dit nooit echt veranderd. Ondanks
het feit dat mijn ontwikkeling – al zeg ik het zelf – op de meeste fronten de
afgelopen vijftien jaar echt wel is doorgegaan, heb ik vooral het idee dat ik
in fysieke zin ouder geworden ben. Ergens is het fijn om zo oud te zijn als je
je voelt, ook al ben ik mij er terdege van bewust dat er een kans bestaat dat het
straks de andere kant omslaat en ik net zo hard ga zeiken als vele anderen. Ik
hoop van ganser harte dat ik over drie jaar niet zelf ook die tenenkrommende opmerking
ga maken van: “draai de getallen maar om, dat klinkt wat beter”. Maar goed, dat
is van latere zorg.
Het derde punt is dat dit het laatste jaar is dat ik
een twintiger ben. Dit is echt zo’n dingetje waar ik vroeger altijd mijn
schouders ophaalde, zeker omdat ik er dus al jarenlang naar uitkijk om dertig
te worden, maar toch begint dat nu eerlijk gezegd een klein beetje veranderen.
Niet dat ik het getal 30 zo vervelend vind, maar vooral vanwege het verwachtingspatroon
dat ik mezelf (of misschien de westerse samenleving) heb opgelegd. Op mijn 23e
was ik klaar met mijn studie en bezig een eigen bestaan op te bouwen. Dat lijkt
inmiddels alweer heel lang geleden. Veel leeftijdsgenoten om me heen trouwen
(/scheiden), krijgen kinderen en nemen hypotheken. Ik heb daarentegen mijn auto
verkocht, mijn baan opgezegd en besloten om op twintig vierkante meter te gaan
wonen. Ik woon tegenwoordig met een tien jaar jongere student op de gang die aanzienlijk
minder diep in zijn geheugen hoeft te graven om herinneringen van zijn middelbareschooltijd op te halen. Bedoel ik hier nu mee te zeggen dat ik het
zoveel slechter heb dan mijn leeftijdsgenoten? Nee, zeker niet, ook al krijg ik
soms wel het idee dat mijn leven er inmiddels wat anders had uit moeten zien.
Oftewel, ik heb nog een jaar de tijd om een baan te
vinden, een carrière te starten te verhuizen naar een degelijk appartement en
te trouwen om zo een burgerlijk bestaan op te bouwen. Totale onzin natuurlijk.
Niemand heeft dit ooit tegen mij gezegd, laat staan dat ik alles zelf in de
hand zou hebben. Desalniettemin schieten deze gedachten wel eens door mijn kop.
Mijn excuses voor deze irrationele en vooral
sentimentele uitspatting, laten we er maar van uitgaan dat ik met deze blog
alvast een voorschot probeer te nemen op het leven als dertiger. Ik beloof u,
gewaardeerde lezer, dat ik de komende 365 dagen probeer normaal te doen. Daarna
kijken we wel weer verder.